Een rommelig begin
Het is lang geleden dat ik wat publiceerde. En dan ja, waarover schrijven? Als je fontein van ideeën overloopt, waar te beginnen?
Uiteindelijk geeft de wereld binnen of buiten me geleidelijk aan wel de inspiratie. Ik moet het gewoon even tijd geven.
Een begin kan rommelig zijn, maar soms dien je gewoon te starten en dan loopt het na een tijdje wel. En zo is m’n omgeving, de context waarin ik me op dit moment bevind, een rivier van ervaringen die door me stroomt en nét wel het ideale begin voor deze woorden.
Dan is er de vorm en structuur. De rivier heeft een bedding nodig, anders krijg ik niets op papier. Zo krijg de stroom stilaan een richting. Omdat ik een glasheldere, duidelijke richting heb? Niet altijd. Maar een richting helpt en zorgt dat dingen verder stromen. Als ik het té hard wil vastnemen, geraak ik vast, en heb je alleen maar stilstaand water. Geen beweging. Ik verlam door de vele gedachten en analyse.
Véél en diep nadenken. Véél voelen, veel informatie absorberen. Laat dat nu net een eigenschap zijn waarin me vaak herken, als hoogsensitief persoon – om het even te labellen. Niet dat ik van labels houd. M’n brein wel, het brengt zekerheid en structuur. Aah, oké, zo dus. Herkenning brengt rust en veiligheid. Maar tegelijk ben ik ook ontzettend open en houd ik er niet te hard aan vast. Graag ook een beetje avontuur alsjeblieft.
Wat geeft richting in het leven van een mens?
Voor een stuk de oorspronkelijk aanwezige informatie die hij heeft meegekregen. De intelligentie die ons doet groeien van baby tot mens. De invloed van z’n opvoeding, van alle invloeden gedurende z’n reeds voorbije leven. Externe informatie van overal buiten ons die ons beïnvloedt. Tegelijk heeft een mens ook een eigen, vrije, onafhankelijke wil – of niet? Over het al dan niet bestaan hiervan zijn er genoeg discussies en boeken.
Zo komt elk levend wezen met een basis, een referentiekader – dat tegelijk een kader vormt voor z’n beslissingen.
Er gebeurt constant iets, we doen altijd wel iets ja. Maar wat? En waarom?
Het referentiekader waarop we ons baseren is niet te onderschatten. De grond waarop we onze beslissingen maken en ons leven leiden – of lijden. Een basis waar we ons vaak niet van bewust zijn.
Is er daarbij zoiets als een ik-entiteit? Eentje die onafhankelijk van alles hierin een keuze heeft, of worden we enkel gedreven door prikkels van buitenaf, impulsen waar we louter op reageren.
Beide, vertelt m’n ervaring me. We zijn een organisme-omgeving. Geen losstaande abstract object. We ervaren onszelf als een losstaande entiteit én tegelijk zijn onlosmakelijk verbonden met die omgeving rondom ons.
Alles beïnvloed elkaar onderling. We zijn ons er alleen niet altijd bewust van. En dan heb ik het nog niet over karma, dat is voor een latere post.
Het leven is een dans tussen controle uitoefenen en overgave. Tussen doen en laten gebeuren. Een complementair geheel, geen losstaande onderdelen. Dat is wat de wijze oude man bedoelt wanneer je hem hoort vertellen ‘dat we allemaal één zijn’.
Ergens in het midden
Soms voelt het voor je alsof je de controle compleet hebt verloren. Dat het lot jou in het rond gooit, gepaard met een gevoel van machteloosheid. Andere momenten voel je je dan weer on top of the world en lijkt het alsof de wereld aan je voeten ligt. Alles onder controle, geen wolkje aan de lucht.
De waarheid ligt nét in het midden. Op de rand van een scheermes, zoals ze wel eens zeggen. Onbewandelbaar. Maar toch is het er.
Je danst er eigenlijk voortdurend rond, aan de ene of aan de andere kant. Wankelend of vast verankerd in je beleving. Vaak lijk je ver verwijderd van het midden.
Je geraakt hierbij overspoeld wanneer je vastzit in eender welke zijde van het spectrum. Je denkt: dit is het enige dat nu bestaat, de enige bestaande mogelijkheid. Je verliest het overzicht, ver van het midden. Je ziet de stralende zon plots ondergaan en er volgt alleen maar duisternis. Of wanneer je plots onverwacht de nacht ziet veranderen in de dag.
Wanneer je beseft dat er zo vaak verandering is en zal blijven zijn, vinden we paradoxaal toch een zekere balans. Je ervaart een grondeloze midden, een middenpunt waarin alles tot rust komt. Nét in dat midden.
Maar probeer dat midden vooral niet te vatten, de poging zal je alleen maar teleurstellen.
Als je rust wil vinden, dan dien je je over te geven aan dit onvatbare mysterie, aan de stroom van de rivier.